Hondenbrigade
Artikelindex
De politie zet bij haar werk op bepaalde momenten honden of paarden in die voor allerlei specifiek politiewerk worden getraind. Zo is de training en opleiding van een speurhond uiteraard anders dan die van een surveillancehond.
De hondenbrigade werd onder bewind van hoofdcommissaris van de Werf in 1947 opgericht.
De instructeur van de honden was jachtopziener Van de Wildenberg.
Enkele van de eerste dienders die lid waren van de hondenbrigade waren:
vlnr: J. van Hoek - C. de Waal - Wim de Groot
Van Hoek had een Mechelse herder genaamd: 'Warton' en De Waal had een bouvier genaamd: 'Jossimo'. De hond van de Waal was de eerste gecertificeerde speurhond van Nederland.
Van die nieuw opgerichte hondenbrigade is in 1947 een filmpje gemaakt.
Daarin worden demonstraties getoond met de honden en is te zien dat de medaille met bijbehorende oorkonde door hoofdcommissaris van de Werf wordt uitgereikt aan C. van de Waal.
Er zijn enkele oud-collega's te herkennen : Hoofdcommissaris Van de Werf - Bér Philips - Duvigneau - C. van de Waal - Legius - inspecteur Jan Menger - inspecteur Sjef Odekerken - Wim de Groot - Van Hoek - Hoppenbrouwers -hoofdinspecteur Hanegraaf - arrestantenbewaarder Bauke Veenstra - recherchechef hoofdinspecteur Stevens.
Ook wordt er een inbraak nagespeeld die met behulp van een speurhond wordt opgelost. Een van de spelers in dat filmpje is Wim de Groot.
Honden werden bij de gemeentepolitie Eindhoven dus al gebruikt vanaf 1947. Vooral de zogenaamde buitenwijkers hadden een hond omdat zij in het buitengebied werkten. De honden werden gebruikt om verdachten staande te kunnen houden die geen gevolg gaven aan een bevel te stoppen, of als speurhond.
De foto hierboven is gemaakt in 1952 toen assistentie werd verzocht in Eersel waar een brandkastkraak was gepleegd. vlnr: van den Heuvel - Jan Teeuwen - Hellings.
A. van de Leur (veldwachter in Acht)
Zijn grote liefhebberij was het omgaan met honden.
Links Ad Mateussen en rechts Cor Louwers
klik op de afbeedling voor vergroting.
De enige bekende van het korps Gemeentepolitie Eindhoven is de tweede van rechts: Sjaak Wouters.
vlnr: Insp. Ramaekers - Wijnen - ? - Simons - Mikkers - Van de Wiel - Kortlever - Jan Sanders
Eind 1975 werd de opzet van de hondenbrigade veranderd.
Tot dan hadden hondengeleiders hun hond thuis en was er één geleider die de baas over de hond was.
Toen werd er besloten dat twee geleiders één hond zouden krijgen die in een hok aan het hoofdbureau zou blijven.
Dat vroeg natuurlijk wat van de begeleiders maar ook van de honden.
Die moesten nl. leren luisteren naar twee bazen. John Jonai nodigde de sollicitanten uit en die moesten ieder op hun beurt luide commando's geven. Hij bepaalde dan welke stemmen het best bij elkaar pasten en die twee werden dan de geleiders van een hond.
Als die honden hun "kunstje" geleerd hadden waren de begeleiders natuurlijk trots dat het was gelukt en staken dat niet onder stoelen of banken.
Onderstaand stukje is geschreven naar aanleiding van wat zo'n trotse geleider aan zijn collega's wilde laten zien.
Ik heb het in zijn geheel overgenomen zodat er niets aan het komische daarvan wordt afgedaan. De namen van de diensthonden werden door Johnny Jonai bepaald.
De in het artikel bedoelde naam van de hond "Lupo" was niets meer of minder dan een samenstelling van de namen van zijn geleiders: Wally Lutters en Gerrit Post.
De in het stukje genoemde brigadier die uit zijn bed werd gebeld was Johnny Jonai. (boven rechts met collega Cor Louwers en de hond Robby.)
Zoals u zult weten is er sinds kort een aantal honden aangeschaft om collega van u en mij te worden. Na een week oefenen op Eikenburg zijn de begeleiders en de honden weer in de hokken, op het hoofdbureau ondergebracht. De veranderingen, die de nieuwe collega’s hun bazen aangedaan hadden, werden al meteen merkbaar toen dezen hun normale dienst weer vervulden: men bezat een onaanvechtbaar zelfvertrouwen, praatte nu niet meer over hun vrouw maar over hun hond, bracht met hun brood een blikje hondenvoer mee en begon een diepgaande discussie over bomen en in hoofdzaak de stam daarvan. Dat de samenwerking nog niet 100 procent was kon een buitenstaander echter ook makkelijk vaststellen. Regelmatig keerde een hondengeleider "bijgewerkt" terug van zijn hond, hetgeen niet alleen aan kleding doch ook aan lichaam te constateren was. Ondanks dat, is de liefde van baas en hond zo hecht, dat ze, zoals het een goed echtpaar betaamt, zich naar buiten uit altijd als een hechte eenheid voordoen. Uit deze liefde groeit dan trots op de ander en wel zodanig, dat men zich tegenover de buitenwacht graag met elkaar laat zien. Zo moet het ook een hondengeleider zijn vergaan, die nachtdienst deed. Na enkele uren samen met de mensen dienst gedraaid te hebben kroop het verliefde bloed waar het niet gaan kon en besloot hij zijn tweede helft naar de agentenwacht te halen. Daar ving hij natuurlijk de vele bedenkelijke angstige, vragende, de er-niets-op-hebbende en de enkele bewonderende blikken op, hetgeen hem onmiskenbaar stimuleerde tot een vertoning van het vele kunnen van zijn reu. De geleider besloot toen tot een publieke op -en afgang, want onder het oog van de collega’s legde Lupo (het is logisch, dat dit de naam van de hond is....)zonder moeite een trap in op-en-neer gaande richting af. Het applaus klaterde door de hal aan de voorzijde van het hoofdbureau en de geleider beloofde Lupo, die nu pas goed wakker werd, hem straks in het hok te belonen. Maar zoals altijd waren er ook nu collega’s, die niet tevreden waren. Zulk een trap nemen, vonden zij, was niets bijzonders, want dat kon de hond een hunner ook en dat was niet eens een politiehond. De hondengeleider, die in deze opmerkingen een toon van jaloezie onderkende, besloot zijn wederhelft meteen die minderwaardige praat de grond in te laten boren en ging een stapje hogerop. Daar was namelijk de trap naar de zolder, de trap, die door iedereen wordt gemeden vanwege de steilheid. “Dat zal wel indruk maken”, dacht de hondengeleider en onder het toeziend oog van de collega’s namen Lupo en zijn baas zonder moeite en in no-time de opwaartse richting. “Braaf”, hoorden de collega’s de geleider boven tegen de hond zeggen en toen hoorden we enkele gedempte klappen. Toen de hond echter over de rand keek zagen wij allen in zijn ogen, dat hij het zo ver genoeg vond. 't Beest zette zich schrap en daar stond zijn baas met een onwillige andere helft en met het hoongelach en commentaar van zijn collega’s. Dat commentaar zult u zonder veel fantasie wel voor kunnen stellen. Lupo liet zijn baas dus in de steek en deze nam dat niet. Hij ging achter de hond staan en begon te duwen. Wij zagen Lupo een eindje naar voren schuiven, nog eens over de rand van de trap kijken en toen reageren. Er ontstond binnen de kortste keren een grote stofwolk en deze nam in omvang af toen wij iemand uit de grond van zijn hart hevig hoorde vloeken. Kennelijk had Lupo zijn bek op de verkeerde plaats laten dichtklappen. Velen van ons hadden na de reactie van Lupo echter niets meer gezien, want zij vluchtten in lift en toilet, van waaruit zij de verdere ontwikkelingen gadesloegen. Nadat de hondengeleider eerst medische hulp was verleend is hij weer de zolder opgegaan en moet de hond daar tussen kleding van de materiaalbeheerder hebben aangetroffen. Lupo was echter niet meer te benaderen en goede raad was duur, want hoe kwam dat beest weer terug in zijn hok? De geleider, brigadiers en adjudant traden in spoed-topberaad en wie het was weet ik niet, maar iemand stelde voor om een heldhaftige brigadier, die Indië ervaring heeft, uit bed te halen ten einde op zolder zijn moed te komen tonen. Men zag dit nog als de enige oplossing en dus werd hiertoe besloten. De „held" werd in het holst van de nacht wakker gebeld en hij nam de uitdaging aan. Nadat eerst een noodhospitaal onder aan de trap was ingericht en velen de brigadier nog een hand hadden gegeven —toen dat nog kon— waagde deze zich met verschillende hulpmiddelen op de zolder. Eerst hoorden we gestommel, daarna enkele minuten, die wel kwartieren leken, niets en toen zagen we de brigges met de hond, helemaal in een tuig, over de schouder de trap af komen. Vanuit de lift konden we goed zien, dat er bij de brigadier niets meer op zijn plaats zat doch ook, dat hij niet zwaar gehavend was. Het spreekt vanzelf, dat Lupo nu ook zo weer in zijn hok was. Naderhand hebben alle betrokkenen in de agentenwacht gezamenlijk op de goede afloop een kop koffie gedronken, waarbij (natuurlijk) de ene snedige opmerking over de andere viel. De hondengeleider heeft uiteindelijk iedereen beloofd, dat hij met Lupo nog eens ooit zal demonstreren, hoe hij de zoldertrap af zal gaan al voegde de reddende brigadier daar onmiddellijk aan toe, dat hij het niet moest presteren om weer ’s nachts te gaan oefenen want dan.... |
John Jonai overleed op 89 jarige leeftijd op 17-10-2015. Hij werd begraven op de Roostenhof na een herdenkingsdienst op Eikenburg.
Dat was ook de plaats waar hij zoveel jaren de hondentraining had gegeven.