Opleiding - De eerste allochtonen
Artikelindex
Pagina 13 van 14
De eerste allochtonen in het korps

Op 1 oktober 1985 vertrokken Roy Kirindongo en Orsinni van Wessel naar de opleiding in Limburg.
Enkele jaren daarvoor was er ook al een allochtoon in het korps maar die was al weer vrij snel teruggekeerd naar zijn vaderland. Dat was Johnny Felten die oa. op het toenmalige District II werkzaam was en terugkeerde naar Curaçao.
Zoals bij iedere verandering was ook deze bijzonder.
Beiden waren uit Curaçao afkomstig. Roy was 27 en woonde 6 jaar in Nederland. Orsinni was 23 en woonde al vanaf zijn elfde jaar in Eindhoven.
Het feit dat de interviewer destijds nog had aangegeven dat hij moeilijk het verschil kon zien tussen iemand uit Suriname en De Antillen wees er op dat het echt nieuw was. Orsinni gaf toen aan dat dit hetzelfde grote verschil was als Nederland en België.
Bij de beëdigingsplechtigheid deed Roy, mede namens de andere nieuw beëdigden, het woord. Hij gaf aan dat er na de benoeming van de eerste vertegenwoordigers uit een minderheidsgroepering
meer diende te gebeuren. Roy: "Acceptatie binnen het korps en begrip voor elkanders culturen is bij de verdere ontwikkeling van het Eindhovense korps onvermijdelijk en dat geldt niet alleen voor de politie, maar is van elementair belang voor een verdere socialisatie van onze samenleving. Het geklets over huidskleur, geaardheid, geslacht of culturele differentiaties moet afgelopen zijn. Er moet gewerkt worden aan erkenning van ieder individu". De Nederlandse overheid is op de goede weg en de inspanningen zullen resulteren in een betere samenleving. Wel dienen tolerantie en een wederzijds begrip als vaandels meegedragen te worden en iedereen zal dan ook zijn steentje hiertoe moeten bijdragen."
Het feit dat de interviewer destijds nog had aangegeven dat hij moeilijk het verschil kon zien tussen iemand uit Suriname en De Antillen wees er op dat het echt nieuw was. Orsinni gaf toen aan dat dit hetzelfde grote verschil was als Nederland en België.
Bij de beëdigingsplechtigheid deed Roy, mede namens de andere nieuw beëdigden, het woord. Hij gaf aan dat er na de benoeming van de eerste vertegenwoordigers uit een minderheidsgroepering
meer diende te gebeuren. Roy: "Acceptatie binnen het korps en begrip voor elkanders culturen is bij de verdere ontwikkeling van het Eindhovense korps onvermijdelijk en dat geldt niet alleen voor de politie, maar is van elementair belang voor een verdere socialisatie van onze samenleving. Het geklets over huidskleur, geaardheid, geslacht of culturele differentiaties moet afgelopen zijn. Er moet gewerkt worden aan erkenning van ieder individu". De Nederlandse overheid is op de goede weg en de inspanningen zullen resulteren in een betere samenleving. Wel dienen tolerantie en een wederzijds begrip als vaandels meegedragen te worden en iedereen zal dan ook zijn steentje hiertoe moeten bijdragen."
Beiden zijn na hun indiensttreding snel in het korps ingeburgerd.